Rietzanger [ Sedge Warbler]
Veldkenmerken. 13 cm. Opvallende crèmekleurige wenkbrauwstreep, zwart gestreepte bruine bovendelen, ongestreepte rossige stuit. Kruin kan zeer donker zijn, als van Zwartkoprietzanger, maar wenkbrauwstreep meer crèmekleurig dan wit en verenkleed meer geel dan rossig. Onderdelen crème met geelbruine flanken. Juveniel soms met onduidelijke crèmekleurige kruinstreep en kan dan verward worden metWaterrietzanger.
Geluid. Explosief ’tuk’, vaak samen met ratelend ’tsjirr’. Zang gevarieerder en sneller dan van Kleine Karekiet: luid en snel mengsel van herhaalde, muzikale en scherpe tonen, vermengd met kanarieachtige trillers en korte frases van andere vogels. Zingt vanuit open zangpost en maakt korte steile zangvluchtjes.
Voorkomen. Vrij talrijke zomergast, maar plaatselijk in aantalachteruitgaand.
Habitat. Lage en dichte vegetatie nabij water, in moerassen, etc. Soms in zeer smalle randvegetaties.
Voedsel. Insecten, die voornamelijk in vegetatie of in achtervolgingsvlucht worden gevangen.
Geluid. Explosief ’tuk’, vaak samen met ratelend ’tsjirr’. Zang gevarieerder en sneller dan van Kleine Karekiet: luid en snel mengsel van herhaalde, muzikale en scherpe tonen, vermengd met kanarieachtige trillers en korte frases van andere vogels. Zingt vanuit open zangpost en maakt korte steile zangvluchtjes.
Voorkomen. Vrij talrijke zomergast, maar plaatselijk in aantalachteruitgaand.
Habitat. Lage en dichte vegetatie nabij water, in moerassen, etc. Soms in zeer smalle randvegetaties.
Voedsel. Insecten, die voornamelijk in vegetatie of in achtervolgingsvlucht worden gevangen.